WFR Times blauw0302
Frederick Winslow Taylor

F.W. Taylor 302















F.W. Taylor 20202







Frederick Winslow Taylor werd, als zoon van een rijke quaker geboren op 20 maart 1856 in Germantown, Pennsylvania , USA en is overleden (longontsteking) op 21 maart 1915 in Philadelphia, USA, op 59 jarige leeftijd.
Reeds als kind zou hij opgevallen zijn vanwege een sterke hang naar experimenteren en zeer precieze analyses, die soms neurotische trekken aannamen. Door een oogziekte moest hij de door zijn vader geplande rechten-studie op Harvard afbreken en begon hij in 1874 een leergang als werktuigenmaker en machinebediende bij de Waterwerken in Philadelphia. Na die opleiding kon hij geen adequaat werk vinden en trad daarom in 1878 als arbeider in dienst van de Midvale Steel Company. Onder de bijzondere bescherming van de president van Midvale klom hij snel op van arbeider via ”gang boss”, assistent voorman, voorman machinekamer, werk-voorbereider, chef mechanica tot hoofd tekenkamer en uiteindelijk tot hoofdingenieur. Als voorman introduceerde hij in 1881 zijn “initiële” tijd studie methode. Hij wilde het antwoord vinden op vragen als “Wat is de beste manier om een taak uit te voeren?” en “Waaruit moet een arbeidsdag bestaan?“ Naast zijn werk rondde hij in 1883 nog een ingenieursstudie af aan de Stevens Institute of Technology. In 1884 werd hij op grond van deze kennis dus hoofdingenieur bij Midvale. Reeds de eerste proeven van zijn ambitieuze pogingen tot rationalisering leidden al tot conflicten met het management.
Hij verliet Midvale Steel in 1890 om als algemeen directeur Installaties en Arbeid van de Papiermolens in dienst te treden bij Manufacturing Investments Co. Reeds in 1893 ging hij daar weer weg en werd bedrijfsadviseur bij Bethlehem Steel. Hier voerde hij de later bekend geworden studies van het laden van (chroom-tungsten) staal en staalbewerkingen uit, tesamen met Maunsel White. Dit leidde tot de ontwikkeling van snelstaal. Voor hun uitvinding van het Taylor-White proces voor behandeling van moderne hoge-snelheid-gereedschappen ontving hij de gouden medaille van de Parijse Expositie in 1900. In 1901 werd hij na verschil van mening met het top management ontslagen. Hij ging nu werken voor William Sellers van William Sellers & Cie.

Sinds hij in 1875 zijn methodenonderzoek startte om de meest efficiente manier te vinden om taken uit te voeren, en zeker sinds hij in 1878 bij Midvale zijn methodestudie en stop watch techniek voor tijdstudie ontwikkelde,  heeft hij zich in deze materie verder verdiept. Hij wilde “giswerk” en “dikke duimen” vervangen door een wetenschappelijke benadering. Dit bracht hem tot een gecoördineerd systeem voor de leiding van een werkplaats.
Hij vestigde zich in 1893 als zelfstandig consulting engineer for management in Philadelphia.
In 1898 werkt hij voor de Bethlehem Steel Company, waar hij bij het kolen en ertsen scheppen opmerkte “A big day’s work, for a big day’s pay”.

Op 45-jarige leeftijd (1901) ging hij het wat rustiger aan doen, ook al vanwege gezondheidsproblemen. In 1903 verscheen zijn standaardwerk “Shop Management” en in 1911 verscheen “The principles of Science Management”. Hij voorzag in zijn levensonderhoud door de inkomsten uit zijn deelnemingen en aandelen in de industrie en door zijn inkomsten uit octrooien van het door hem ontwikkelde Snelstaal.
Sinds zijn tijd bij Midvale hebben veel van zijn navolgers deze technieken verder uitgebouwd en verfijnd.

Taylors Principes
Ten eerste spliste hij de arbeid op in verschillende (deel-) operaties waardoor hij ze precies kon beschrijven en classificeren. Daardoor was hij in staat om m.b.v. stophorloges precies de output en productie te meten: het “Taylor systeem”.
Ten tweede zag hij het belang in van training en opleiding en het vinden van de juiste man op de juiste plaats cq job, hetgeen moest leiden tot gemotiveerd personeel. Al doende onderkende hij dat de verdeling en uitdeling van arbeid tot dan toe, bijna altijd tot slechte arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden moest leiden.
Ten derde was het belangrijk om elke arbeider te voorzien van gedetailleerde instructies en toe te zien op de juiste uitvoering van een opgelegde concrete taak.
Ten vierde benadrukte hij het belang van een goede afstemming tussen management en arbeid, door goede procedures en een precieze beschrijving. Daartoe onderscheidde hij in “management” een aantal van 12 (deel) aspecten van management, nl.
Op kantoor:FW Taylor 202
- de “production clerk”, werkplanning fabriek langere termijn
- de “order of work clerk”, werkplanning werkplaats korte termijn
- de “route clerk”, bewerkingsvolgorde door de fabriek
- de “instruction card clerk”, instructiekaarten met normtijden en tarieven
- de “balance of stores clerk”, materiaal uitgifte magazijn
- de “time clerk”, productie- en tijdverantwoording
- de “cost accounting clerk”, kostprijzen en rapportage aan bedrijfsleiding
- de “shop disciplinarian”, personeelchef
en in de werkplaats
- de “gang boss”, materiaal verzorging
- de “speed boss”, machine afstelling en gereedschap uitgifte
- de “inspector”, 1ste product controle en tekeningen uitleggen
- de “repair boss”, reparatie en onderhoud.
Deze (deel) aspecten zijn niet altijd allemaal nodig en kunnen, waar nodig, worden gecombineerd.
Zijn indeling en beschrijving van arbeid en management leidde tot een bijzonder doeltreffende en vloeiende arbeid.

Vanaf zijn “pensioen” schreef hij zijn gedachten op in artikelen en begon hij zijn Scientific Management benadering uit te dragen als privé docent aan colleges en universiteiten. In 1902 werd hem de Elliot Cresson Medal uitgereikt. In 1906 koos de “American Society of Mechanical Engineers, ASME, hem als president en verleende de universiteit van Pennsylvania hem het eredoctoraat. Van 1909 tot 1914 onderwees hij Scientific Management aan de Harvard University.

Hij is de grondlegger van de wetenschappelijke bedrijfsvoering, het naar hem genoemde Taylerisme, het Taylor-systeem. Zijn systeem berust op precieze tijd- en arbeidsstudies van mensen. Het doel is om voor elke menselijke activiteit de juiste bewegingsvolgorde vast te stellen.

Taylor is dus de grondlegger van het Scientific Management”.

De disputen en controverses met Gilbreth lagen, kort gezegd, in hun verschillende invalshoeken: Taylor legde nogal de nadruk op tijdstudies, terwijl Gilbreth zich toelegde op methodestudies.

Taylor was een quaker en trouwde met Louise M. Spooner, zij adopteerden 3 weeskinderen: Kempton, Robert en Elizabeth.
Carl Georg Barth 191102
Carl Georg Lange Barth (geboren dd 28 februari 1860 in Christiania/Oslo, Noorwegen en overleden dd 28 oktober 1939 in Philadelphia, USA, op 79 jarige leeftijd) ging in april 1881 naar Amerika en huwde daar in maart 1882 met Hendrikke Jakobine Friederickson, die hem in de herfst van 1881 was gevolgd. Hij werd door Taylor in 1899 gevraagd als wiskundige expert in zijn team plaats te nemen en hem te assisteren, eerst bij Bethlehem Steel Cie en later in 1902 bij William Sellers & Cie. Hij begon in 1905 zijn eigen carrière als zelfstandig consulting engineer.
Barth ontdekte dat fabriekskarweitjes met een korte cyclustijd meer rust vergden dan die met een lange cyclustijd. Hij kon dit verschijnsel op dat moment (1920) echter niet verklaren. Tevens ontdekte hij dat “weinig-vermoeiende” karweitjes minder rust nodig hadden dan “vermoeiende”.
Later werd vastgesteld dat een tijdlang werken met korte cycli vermoeiender is dan dezelfde tijd werken met lange cycli.
Hij is wereldberoemd geworden met de door hem ontwikkelde samengestelde reken-linealen (compound slide rules) voor velerlei specifieke doeleinden en die te gebruiken binnen scientific management.
Hij doceerde o.a. aan de Harvard University. Op de foto Georg Barth in 1911.
Henry Gantt 202
Henry Laurence Gantt (geboren dd 20 mei 1861 in Calvert County, Maryland en overleden dd 23 november 1919 in Montclair, New Jersey, op 58 jarige leeftijd) was een mechanical engineer en consultant. Hij was eveneens een protégé en medewerker van Taylor vanaf 1887 tot 1893. Hij ontwikkelde een loonsysteem, waarbij de arbeider een gegarandeerd daginkomen kreeg met daar bovenop een premie voor overprestatie.
In 1900 ontwikkelde hij de beroemde Gantt-kaarten, een project planning methode, waarbij managers b.v. de voortgang van de productie konden volgen door op een rechte lijn de werkelijke uren tegenover de geplande uren uit te zetten of een project en de projectstappen met bijbehorende relaties tussen de stappen konden volgen d.m.v. horizontale kolommen op een kaart, en zodoende ook de totale “schedule” te volgen.
Op de foto Henri Gantt in 1916.

 

 

Tijdwaarn. 1880 Midvale Steel Cie02

Tijdwaarneming bij de Midvale Steelcompany, ca 1880

Terug

[Work-Factor Raad] [WF en Mento-Factor] [WF en Management] [WF Nieuws] [WF Producten & Mat.] [WF Licenties, Rechten] [WF FAQ's] [WF en Bewegingsanalyse] [WF Historie] [Taylor] [Gilbreth] [Bedaux] [Segur] [Barnes] [Holmes] [P(E)MT Systemen] [WF Opbouw] [WF Systemen] [Referenties en TM's] [WFGD, Links en Contacten]