Pre-Determined (Elemental) Motion Time Systemen
|
Tijdsperiode
|
Systeem
|
Ontwikkelaar(s)
|
Beschrijving
|
1919-1925
|
M.T.A.
|
A.B. Segur
|
Het eerste systeem was A.B. Segurs Motion Time Analysis. Het werk begon in 1919, werd “gepubliceerd” in Motion-Time Analysis Bulletin, een publicatie van AB Segur & Co in 1924, terwijl de ontwikkeling voortduurde tot in 1925. Gedurende de twintiger en dertiger jaren introduceerde Segur zijn systeem in een vrij groot deel van de Amerikaanse industrie en ook in sommige buitenlandse industrieën. Het wordt hoofdzakelijk toegepast voor het bestuderen van werkmethoden in plaats van het bepalen van tijdswaarden.
|
1936-1945
1962 1982
|
Work-Factor, D.W.F. S.W.F. R.W.F. V.W.F.
|
J.H. Quick, W.J. Shea, R.E. Koehler en S.F. Benner, et al A. van Vessem, et al
|
De Work-Factor systemen worden uitgebreid besproken op deze website en op andere dan deze pagina.
|
1938
|
B.M.M.
|
W.G. Holmes
|
In zijn boek “Applied Time and Motion Study”, copyright van de Ronald Press Company New York, uitgegeven in 1938, beschrijft Holmes in hoofdstuk 12 de 24 therbligs en in hoofdstuk 13 Figure 27 presenteert hij de tabel met tijden voor zijn Body Member Movements systeem, inclusief tijdwaarden voor “Nerve Reaction” en “Mind Decision”. De lichaamsdelen zijn vinger, hand, onderarm, arm, hoofd, voet, onderbeen, heup, been, lichaam, lopen, oog en de mentale processen Nerve Reaction en Mind Decision. De afstanden varieren vanaf 1” tot 30”.
|
1938-1940
|
M.T.D.-A. Get & Place
|
H. Engström, H.C. Geppinger, cs
|
Harold Engström van General Electric Co. ontwikkelde rond 1940 een systeem dat gebaseerd was op het beginsel van “Get and Place”, Motion Time Data for Assembly work. Deze werkstudie werd uitgevoerd bij de Bridgeport Plant, Connecticut, bij pers- en stanswerkzaamheden. Het systeem is niet gebaseerd op werkelementen die meer dan één beweging combineren. Men neemt algemeen aan dat het systeem van Engström ergens ligt tussen een echt systeem van vooraf bepaalde tijden en een conventioneel systeem van opbouwtijden.
|
1942-1945
|
Olsen-system
|
Kapitein Olsen
|
Tijdens de tweede wereldoorlog moest de Springfield Armoury wapenfabriek concurreren met de civiele fabrikanten van geweren en kleine wapens. Zij werden benadeeld door de anti-stopwatch clausule van de toenmalige Amerikaanse regering, die het gebruik van chronometers in alle regeringsgebouwen en organisaties verbood. Kapitein Olsen ontwikkelde zijn systeem binnen 3 tot 4 weken. Aan het einde van de oorlog werd het systeem van Olsen afgedankt, maar zijn tijden werden later door Work-Factor nagegaan en zij bleken verrassend nauwkeurig te zijn.
|
1942-1945
|
Honeywell
|
Honeywell Co. Minneapolis
|
Dit systeem werd ontwikkeld in het begin van de jaren veertig. Er is niet veel over bekend, omdat het alleen gebruikt wordt in de onderneming waaruit het is voort gekomen. De laatste rapporten geven aan dat het Honeywell systeem niet meer wordt toegepast.
|
1942-1945
|
ETS-BMW
|
Western Electric Co.
|
Elemental Time Standards for Basic Manual Work gepubliceerd onder “Establishing Time Values by Elementary Motion Analysis” door M.G. Schäfer in Proceedings Tenth Time and Motion Study Clinic. Dit systeem werd ontwikkeld in het begin van de jaren veertig. Er is niet veel over bekend, omdat het alleen gebruikt wordt in de onderneming waaruit het is voort gekomen. Het systeem wordt sindsdien gebruikt in verschillende van haar vestigingen.
|
1946-1948
|
M.T.M.
|
H.B. Maynard, J.L. Schwab en G.J. Stegemerten et al
|
Het Methods Time Measurement systeem werd ontwikkeld door de Raad voor Methodeonderzoek van Pittsburgh, Pennsylvania. In mei 1948 verscheen hierover een artikel in het tijdschrift “Factory Management and Maintenance”. In hetzelfde jaar publiceerde McGraw Hill Book Co. een boek over het MTM-systeem. De staf die het MTM-systeem ontwikkelde was op de hoogte van het werk van Segur en het Work-Factor systeem, maar men neemt aan dat het MTM-systeem onafhankelijk werd ontwikkeld.
|
1948-1949
|
M.T.S.
|
General Electric New York
|
Tegen het einde van de veertiger jaren werd een interessant systeem ontwikkeld door G.E. in New York genaamd Motion Time Standards.
|
1948-1949
|
D.M.T.
|
H.C. Geppinger
|
Tegen het einde van de veertiger jaren werd een tweede interessant systeem ontwikkeld door General Electric Co. in Bridgeport genaamd Dimensional Motion Times. Het DMT systeem is bij G.E. meer gebruikt dan het M.T.S.-syteem.
|
1949-1951
|
B.M.T.
|
Ralph Presgrave, G.B. Bailey en J.A. Lowden
|
Tussen 1949 en 1951 werd het Basic Motion Times systeem ontwikkeld en geïntro-duceerd door J.D. Woods en Gordon Ltd uit Toronto en vervolgens ter beschikking gesteld aan de industrie.
|
1952
|
P.H.W.T.
|
Irwin P. Lazarus
|
Predetermined Human Work Times, gepubliceerd onder “A system of Predetermined Human Work Times” als een Ph.D. thesis, Purdue University in 1952.
|
1967
|
K-PMTS
|
|
Komplexiteitsgraad S
|
1969
|
Modul
|
|
Moduulsysteem van Bedaux
|
|
|
|
Samenvattend kan gezegd worden dat er in de 50-er jaren drie onafhankelijk ontwik-kelde hoofdsystemen ter beschikking van de industrie stonden: 1. M.T.A. 2. Work-Factor 3. M.T.M.
Daarna zijn nog vele systemen en subsystemen ontwikkeld.
Tegenwoordig wordt veelal één van de systemen van Work-Factor of MTM gebruikt of een afgeleide daarvan.
|