BEWEGINGSSTUDIE - BEWEGINGSANALYSE
1. Bewegingsstudie Bewegingsstudie houdt zich bezig met het bestuderen en vastleggen van de bewegingen van lichaamsdelen die nodig zijn in een proces of in een bewerkingsstap. Deze lichaamsdelen zullen veelal de vingers, de handen en de armen zijn, maar kunnen eveneens het hoofd, de voeten, de benen en de romp zijn. Voor het vastleggen van deze bewegingen dienen we een notatie, letters of symbolen, af te spreken, zodat wijzelf, maar ook anderen, later nog steeds kunnen lezen welke de bewegingen waren en hoe dus het proces of de bewerking verliep. Met behulp van die notatie leggen we uitvoerig en uitputtend alle noodzakelijke bewegingen van alle lichaamsdelen en hun volgorde vast. In de analyse leggen we die bewegingen vast die bepalend zijn voor de optimale werkmethode, waarnaar we dienen te streven.
2. Bewegingsanalyse De bewegingsanalyse is een zeer verfijnde en gedetailleerde vorm van de procesanalyse of de bewerkingsanalyse en vaak slechts van een gedeelte ervan. Bij de bewegingsanalyse gebruiken we de symbolen of letters van een internationaal bekend systeem, de zogenaamde Predetermined Elemental Motion Time Systems (PEMTS) van WORK-FACTOR. Grondslag voor het werken met Predetermined Elemental Motion Time Systems is de analyse- en documentatiemethode van Frank B. Gilbreth (1868 - 1924). Om zijn bewegingsstudies te kunnen uitvoeren, verdeelde hij het werk in de kleinst mogelijke elementen, vaak niet meer dan een enkelvoudige beweging. Hij ontdekte dat daarbij een verdeling mogelijk was in slechts een beperkt aantal (17) categorieën. Hij noemde deze categorieën "standaardelementen" en bedacht er eenvoudige symbolen voor, Therbligs, om ze snel te kunnen noteren (vergelijking met stenografie). Anderen gebruikten letters om deze standaard elementen aan te geven, zodat na verloop van tijd zowat elk land zijn eigen letters gebruikte voor de notatie van deze standaard elementen. In het internationale verkeer gebruikt men echter de Therbligs of de engelse letters.
Definitie Een standaardelement is een deel van een handeling dat klein genoeg is om het in dezelfde vorm in uiteenlopende bewegingspatronen terug te vinden. Wij hebben deze registratietechniek overgenomen, het aantal standaardelementen enigszins teruggebracht en de symbolen wat vereenvoudigd. Deze elementen zijn hiernavolgend visueel weergegeven. Het notatieschrift, de therbligs of symbolen of engelse afkortingen of letters, voor de diverse STANDAARDELEMENTEN is als volgt.
Th È É Ê Ì Í Î Ï Ë Õ Ó Ô Ð Ñ Ò
|
1. Handmatige elementen: Transport: Reiken, Verplaatsen, Grijpen, Voorrichten, Monteren: mechanisch monteren, oppervlak monteren, Demonteren, Loslaten,
2. Machinetijden en procestijden: Procestijd,
3. Improductieve elementen: Wachten, Vasthouden (in principe wachttijden!),
4. Denkproces of mentaal proces, MP Oog instellen, Waarnemen Zien, Ook: Waarnemen Horen, Waarnemen Voelen Reageren,
|
Afk. R M Gr Pp Asy Ssy Dsy Rl PT W V Fo Ins Rn
|
Naam Reach Move Grasp Preposition Assembly Surface assembly Disassembly Release Process Time Wait Vice Focus Inspect Reaction
|
|
|
Reach
|
|
Move
|
|
Grasp
|
|
Preposition
|
|
Assembly mech.
|
|
Surf. assembly
|
|
Disassembly
|
|
Release
|
|
Use
|
|
Wait
|
|
Vice
|
|
Focus
|
|
Inspect
|
|
Reaction
|
|
In totaal worden er dus 8 standaard elementen, 1 proces element, 2 improductieve elementen en 3 basis elementen in 14 therbligs gebruikt. (Indien de WF-Fonts niet zijn geïnstalleerd, zijn de therbligs (links) niet te zien.)
3. Handenanalyse Bewegingsanalyses van één hand en van twee handen. Een voet, been of knie kan eveneens op dezelfde manier geanalyseerd worden als een hand. In het algemeen zal in het vervolg gebruik gemaakt worden van de notatie d.m.v. therbligs. Om de totale notatie eveneens kort en bondig te houden worden vaak afkortingen gebruikt. Bekende afkortingen zijn:
L
|
links
|
1e dr g
|
1ste draadgang
|
R
|
rechts
|
geh.
|
gehinderd
|
LH
|
linkerhand
|
bb
|
beenbeweging
|
RH
|
rechterhand
|
n.
|
naar
|
BH
|
beide handen
|
bdvb
|
binnen/buiten de vingers brengen
|
WG
|
werkgebied
|
palm
|
palmeren
|
WA
|
work area
|
depalm
|
depalmeren
|
WS
|
werkstation
|
G/W
|
gewicht/weight
|
WP
|
werkplek
|
d.v.
|
diameterverhouding
|
|
Bij de 2-handen analyse volgen we zeer nauwkeurig de bewegingen en ruststanden (wachten of houden) van elk der beide handen, waarbij steeds het doel én de doelmatigheid van de beweging in het oog wordt gehouden, zodat overbodige (delen van de) bewegingen niet worden meegenomen in de analyse. Analyseer niet wat je ziet maar analyseer wat je idealiter zou moeten zien. Wees hierop bedacht bij “automatische” analyse van gefilmde taken. Let wel dat met 'hand' ook voet of been kan worden bedoeld en dus als zodanig kan worden geanalyseerd.
We zullen nu de uitkomst van een voorbeeld tonen van een 2-handen analyse die werd uitgevoerd m.b.v. therbligs / symbolen, waarbij, voor het gemak, 1 therblig overeen komt met 1 tijdseenheid.
Voorbeeld Op een tafel staat een leeg flesje, tapse kurken liggen er naast op een hoop, een maatglas met vloeistof staat gereed. De bewerking gaat als volgt: “Controleer of de juiste hoeveelheid vloeistof in het maatglas aanwezig is, giet de vloeistof in het flesje en sluit het met een rubberen tapse kurk.”
a. b. c. d.
|
We doen dit eerst met 1 hand, RH, waarbij het flesje midden in het werkgebied staat. Daarna doen we het nog eens, maar nu helpt de andere hand om één en ander vast te houden; dus quasi 2-handig. Bij de 3e keer doen we het 'echt' 2-handig: beide handen doen zoveel mogelijk van de bewegingen. De beide handen gaan nu simultaan 2 flesjes vullen: echt 2-handig werken.
|
|
De 2-Handen analyse leert het volgende voor
a.
b.
c.
|
In dit geval constateren we dat we “19 tijdseenheden” nodig hebben om dit werk “1 flesje vullen” uit te voeren. Tevens constateren wij dat dit werk eveneens kan geschieden door één persoon met 1 arm/hand. Denk aan sociale werkplaatsen of iets dergelijks. Met 2 handen 1 flesje vullen: LH grijpt flesje en acteert als bankschroef, RH doet de handelingen: quasi 2-handig. We zien dat we nog steeds 19 tijdseenheden nodig hebben om 1 flesje te vullen. Vervolgens doen we dit met twee handen: 'echt' 2-handig. Nu zien we dat we in 14 tijdseenheden 1 flesje kunnen vullen.
|
|
We constateren dat de optimale methode bestaat uit het 2-handig uitvoeren van het proces. Omdat beide handen bewegen ontstaat een betere balans en houding. Tevens levert deze wijze een kortere tijd op, waardoor de output wordt verhoogd. Betrekken we in het geval van de 1 hand analyse onder a. de LH erbij, dan zien we dat het rendement van het proces onder a) slechts 50% is, n.l. in de helft van het aantal bewegingen komt 'wachten' voor n.l van de LH. In geval b) zien we dat er nog steeds 13 ‘wacht’ elementen zijn, van de 38 standaard elementen; dus een prestatie van slechts 65%. In de 2-handen analyse van c) zien we dat 'wachten' nog steeds voorkomt nl. 5 keer van de 28 elementen: rendement 82%. Dit brengt ons op het idee om de LH onder a. ook een flesje te laten vullen.
d.
|
Indien de LH eveneens een flesje zou vullen dan zouden we in circa 19 tijdseenheden 2 flesjes kunnen vullen, dus in circa 10 tijds-eenheden 1 flesje gevuld, overeenkomend met een rendement van 100%.
|
|
We merken op dat hier een tijdsbesparing van 45 à 50% is bewerkstelligd.
Gesteld kan worden dat bij arbeidsprocessen waar de laatste jaren geen aandacht is besteed aan methoden, middelen, omstandigheden en organisatie van het werk, een reductie in tijd van 25% (veelal) gemakkelijk valt te realiseren.
|
|
4. Work-Factor Bij een cursus of studie van een van de systemen van WORK-FACTOR wordt ervan uitgegaan dat de cursist 2 handen analyse als onderdeel van arbeidskunde reeds beheerst. Indien nodig of gewenst wordt dit arbeidskundig onderdeel behandeld voorafgaand aan het eigenlijke WORK-FACTOR onderricht.
|